Het is mij opgevallen dat het best veel voorkomt dat een hoogsensitief persoon (HSP) een relatie heeft, of heeft gehad, met iemand met narcistische trekken.

En ik zeg bewust ‘narcistische trekken’ omdat een zuivere narcist, volgens de officiële criteria, veel minder vaak voorkomt dan iemand met narcistische trekken. Bij een zuivere narcist is er ook sprake van een verstoorde gewetensontwikkeling en dan ga je meer richting psychopathie.

In ieder geval wordt in onderzoeken duidelijk dat een echte narcist geen schaamte kent. Dat is niet ontwikkeld, en de persoon in kwestie kan dat niet voelen. Het schijnt maar zeer zelden voor te komen, dat dit alsnog ontwikkeld kan worden.

Daarmee wordt narcisme dus als een ernstige aandoening beschouwd. Ik vind het daarom ook niet zo zorgvuldig om zomaar met het woord ‘narcist’ te strooien, want dat gebeurt vaak wat te makkelijk.

Maar los daarvan, hoe komt het nou dat een HSP (Hoog Sensitief Persoon) zich aangetrokken kan voelen tot iemand met kenmerken van narcisme, en andersom?

Narcistische kenmerken zijn:

– het hebben van een verheerlijkt zelfbeeld (Narcissus werd verliefd op zijn eigen spiegelbeeld)
– fantasieën hebben over successen, eigen genialiteit, schoonheid of macht
– gespeelde charme vertonen
– een gebrek hebben aan empathie
– weinig oog hebben voor de behoeften van anderen
– onredelijke verwachtingen hebben van anderen
– behoefte hebben aan bewondering, verslaafd zijn aan aandacht
– gevoelig zijn voor kritiek
– eigenbelang staat voorop
– misbruik maken van anderen om eigen doelen te bereiken
– dwingend of agressief gedrag vertonen
– weinig schuldgevoelens hebben
– jaloers zijn op anderen of denken dat anderen jaloers zijn op jou
– bovenstaand of hooghartig gedrag vertonen
– weinig emoties vertonen
– onzekere of angstige basis hebben met een diep gevoel van minderwaardigheid


Onveilige basis

Narcistische kenmerken ontstaan veelal in de vroege jeugd. Vaak is er onveiligheid in de thuissituatie en kan het kind zich niet veilig hechten aan de ouders of opvoeders. Uit zelfbescherming richt het zich op zichzelf. Daarnaast lijken aangeboren eigenschappen mee te spelen.

Wat veel voorkomt is dat een kind te weinig grenzen en juist vooral bewondering heeft gekregen. Meestal voelt een kind zich dan juist niet écht gezien, en weet ‘ie niet wie hij echt is maar vooral wat ‘ie kan, en merkt ‘ie bijvoorbeeld dat andere kinderen hem niet leuk vinden maar snapt ‘ie niet waarom. En dat kan op een volwassen leeftijd nog steeds zo zijn. Eigenlijk is iemand dan tegelijkertijd verwend en verwaarloosd.

Want het is ook belangrijk om als kind te leren wat je niét kunt, en dat je om kunt gaan met teleurstelling of mislukking. Dat er aandacht is voor je onzekerheid, zorgen, angsten of twijfels, dat die er mogen zijn, en vooral dat er dan nog steeds van je gehouden wordt.

Zo’n narcistisch persoon is vooral met zichzelf bezig, maar voelt zich diep van binnen onzeker, is weinig met anderen bezig en kan zich moeilijk verplaatsen in een ander. En zich ook moeilijk voorstellen hoe zijn of haar gedrag overkomt of wat het oproept bij een ander.

Ondanks het gebrek aan empatisch vermogen, zijn narcistische personen geen ongevoelige mensen. Integendeel, ze kunnen juist heel gevoelig zijn. En het komt ook voor dat de kenmerken zelfs lijken op hooggevoeligheid en dat de narcistische kenmerken in eerste instantie helemaal niet zo opvallen.

Wat je dan ziet is dat mensen zich juist niet arrogant of zelfverzekerd voordoen, maar juist onzeker en kwetsbaar. We spreken dan ook wel van verborgen narcisme. Dit is net zo goed een overcompensatie van diepe onzekerheid, die ontstaan is door onveiligheid in de jeugd.

Het manipulatieve gedrag, het egocentrisme en de veeleisendheid worden dan alleen meer op een passieve manier geuit. Denk dan aan uit contact gaan of terug trekken, een eigen plan trekken, zwijgen, negeren maar ook sociaal gewenst gedrag vertonen, waarbij je aanvoelt dat het niet oprecht is, of dat er een eigen belang meespeelt.

Bij hooggevoelige kinderen komt het ook vaak voor dat ze zich niet veilig kunnen hechten aan de ouders of opvoeders, omdat ze zich anders voelen, maar ook omdat het voor hen heel nauw komt hoe de ander aanvoelt, om te bepalen of ze de ander kunnen vertrouwen of niet.

Als de ouder of opvoeder zich angstig, gespannen, labiel of onzeker voelt, dan voelt het hooggevoelige kind dat aan. Het zal dan eerder in de zorgende rol schieten, wat we ook wel parentificatie noemen, dan dat het zich onbezorgd zal hechten aan de opvoeder.

Wat een HSP en iemand met narcistische trekken dus gemeen kunnen hebben, is dat ze zich niet goed kunnen hechten, of zich diep van binnen onveilig en alleen voelen. Dit kan een vorm van herkenning geven.

Ook treedt de veel voorkomende verwarring op tussen vertrouwd en vertrouwd. Het ene vertrouwd betekent veilig, en het andere betekent bekend. Een HSP herkent dat hij of zij niet écht gezien wordt door de narcistische persoon, wat een veilig gevoel geeft. Het ís niet veilig, maar je brein verwart heel vaak iets wat bekend is met veilig.


Verslavingsdynamiek

narcistische

Beide partijen hebben dus een innerlijke onzekerheid, en wat daaruit voortkomt, is dat je een vorm van bevestiging zoekt bij de ander. Een narcistisch persoon heeft vaak een hele zelfverzekerde of overtuigende kant. Dit kun je als HSP verwarren met steun, stevigheid of iets wat je denkt nodig te hebben.

En omgekeerd kan een narcistisch persoon, de zorgzame, loyale en aanpassende kant van een HSP als heel prettig ervaren. De HSP steekt veel energie in de ander, en bewondert hem of haar misschien wel. Daarmee wordt het narcistische kenmerk van me, myself and I perfect gevoed.

Het probleem is echter dat de narcistische persoon steeds meer aandacht gaat vragen om zich goed te voelen, net als bij een andere verslavingsdynamiek. Ook gaat hij of zij steeds dominanter gedrag vertonen en moet alles op zijn of haar manier gaan.

Narcistische personen vinden vaak dat ze gelijk hebben, en problemen of kritiek worden buiten henzelf gelegd. Simpelweg omdat ze als kind niet hebben geleerd verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen gedrag, bijvoorbeeld omdat hun ouders dit ook niet deden. Ook hebben ze niet geleerd dat ze kúnnen en mógen falen. Daarom weten ze vaak niet beter en hebben ze dus geen tot weinig inlevingsvermogen.

Een hooggevoelig persoon heeft er over het algemeen al moeite mee om bij zichzelf te blijven, en stemt zich makkelijk af op een ander. Het gevolg hiervan is dat een HSP in zo’n soort relatie uit balans raakt, vermoeid wordt maar desondanks toch nog altijd probeert z’n beste beentje voor te zetten.

Hierdoor raakt de hele relatie uit balans. De HSP past zich aan, gaat aan zichzelf voorbij, en raakt uiteindelijk zijn of haar eigenwaarde steeds meer kwijt. De narcistische persoon maakt gebruik van de toewijding en loyaliteit van de HSP, maar is daarbij vooral bezig met eigenbelang. Dit fenomeen heeft een naam:


Gaslighting

Gaslighting is een vorm van manipulatie of zelfs geestelijke mishandeling met als doel het zelfvertrouwen van de ander te breken. Dit begint meestal op een hele subtiele manier, waardoor de HSP nog geen argwaan krijgt. Sterker nog, de HSP gaat twijfelen aan zichzelf en verontschuldigingen maken voor dingen die in wezen niet zijn of haar schuld zijn.

Feiten worden verdraaid en op allerlei manieren wordt er gemanipuleerd. Stap voor stap krijgt de narcistische persoon steeds meer macht over de HSP. En het gekke, of bijna onvoorstelbare is, dat bij de HSP een steeds groter gevoel van afhankelijkheid groeit, want die wordt steeds onzekerder.

Het vertrouwen om op eigen benen te kunnen staan neemt af. De HSP gaat zo aan zichzelf twijfelen dat ‘ie op een bepaald moment niet meer weet wie die is of wat ‘ie wil, en hij of zij stemt zich steeds meer af op de narcistische persoon. Wat je vaak ziet is dat iemand dan uitgeput en uitgeblust raakt, soms zelfs met een burn-out tot gevolg.

Het komt ook nog eens regelmatig voor dat bij de narcistische persoon een neiging groeit om vreemd te gaan. Hoe meer bewondering en aandacht hij of zij krijgt, hoe beter het immers is. Maar voor de eigenwaarde van de hooggevoelige partner is dit natuurlijk funest.

Bij een zuivere narcist leiden gaslighting of vreemd gaan niet tot schaamte, want dat kan hij of zij niet voelen. Als je merkt dat er bij de persoon in kwestie wel gewetenswroeging of schaamte ontstaat, dan is het dus zeer waarschijnlijk geen narcist maar iemand met narcistische trekken.

Al met al mondt het vaak uit in een destructieve relatie, zolang beide partijen geen verantwoordelijkheid nemen voor hun gedrag. De relatie kenmerkt zich door aantrekken en afstoten. De narcistische persoon duwt iemand die dichtbij komt weer van zich af, terwijl er ook een diepe leegte opgevuld moet worden.

De HSP springt makkelijk in dat gat, maar met als gevolg dat hij of zij zichzelf in de steek laat. Toch blijft de HSP dit doen zolang de narcistische persoon af en toe een beetje liefde of erkenning geeft. Misschien herken je dat wel, dat je al met een klein beetje genoegen neemt. De narcistische persoon weet vaak precies hoe hij of zij dit uit moet spelen. Zo wordt de HSP een speelbal.


Wat kun je doen?

Als je hier dingen in herkent, trek dan niet meteen de conclusie dat je een relatie hebt met een narcistisch persoon. Er kunnen ook zeker nog andere dingen aan de hand zijn, zoals jullie onderlinge dynamiek. Wat zegt het bijvoorbeeld over jou dat jij in deze relatie zit? Daar doe jij ook iets in. Misschien versterk je wel een eigenschap van je partner waardoor zijn of haar gedrag narcistisch lijkt.

Ook wordt autisme vaak verward met narcisme. Iemand met autisme kan vanuit spanning, angst of onmacht ook narcistisch gedrag gaan vertonen. En ook daarbij heb je weer varianten zoals het aangeleerde autisme. Dan is iemand niet echt autistisch maar vertoont wel die kenmerken, wat meestal een gevolg is van een onveilige jeugd. Of dat iemand opgroeit in een omgeving waar weinig interactie is of weinig sociaal contact. Dan heeft iemand dat gewoon ook niet geleerd.

Dus al met al zou mijn advies zijn om er professionele hulp bij in te schakelen. En daarbij begint het bij de bereidheid van beide partijen om ernaar te willen kijken en er aan te werken. Is dat niet zo, dan zul je de balans op moeten maken of het zo goed genoeg is voor je, of niet. Dan is aan jou de beslissing of je weggaat of blijft.

Dit kan wel voor behoorlijk wat problemen zorgen, want voor de narcistische persoon valt dan de voeding weg. Hij of zij zal zich enorm gekrenkt voelen, en ook verward, want het is natuurlijk volledig in strijd met het verheerlijkte zelfbeeld.

Het zal angst en stress oproepen, want de interne onzekerheid wordt geraakt. En het kan zeker gebeuren dat je partner boos en onredelijk wordt, tegen gaat werken en alles in de strijd zal gooien om het zo lastig mogelijk te maken.

Ook dan heb je professionele hulp nodig, maar dan vooral voor jezelf, en je eventuele kinderen, of andere betrokkenen. In eerste instantie om zo goed mogelijk uit de situatie te komen, maar daarna ook om zelf sterker en zelfverzekerder te worden.

Als je te maken blijkt te hebben met een echte narcist, dan is het zeer onwaarschijnlijk dat hij of zij zal veranderen. Hij of zij zal waarschijnlijk ook niet meewerken aan therapie. Maar helaas is het ook zo dat iemand met ‘alleen’ narcistische trekken vaak moeilijk te veranderen is.

Het is belangrijk om er met vrienden of familie over te gaan praten. Om openheid van zaken te geven, en ook steun te krijgen. Want dat heb je wel nodig als je zo gewond uit de strijd komt. En het is fijn om bevestiging uit je omgeving te krijgen, dat je niet gek bent.

Uiteindelijk kun je dan weer eigen benen staan, in plaats van afhankelijk te zijn van een ander. Maar daarvoor is het vaak wel nodig om je patroon te onderzoeken waarom je jezelf zo weggeeft, waar dat patroon is ontstaan en hoe je kunt voorkomen dat het nog een keer gebeurt.

Want als je er niks aan doet, dan is die kans zeker aanwezig. Je onderbewuste brein bewandelt namelijk het liefste weer hetzelfde pad, ook al denk je met je bewuste brein dat je dat nooit meer zal doen.

En besef dat de narcistische persoon niet je vijand is, maar je leraar. Hij of zij laat je iets zien, waar jij nog in mag groeien.
De narcistische persoon is ook niet je ontwikkelingsproject of je cliënt. Jij kunt hem of haar niet veranderen, dat kan iemand alleen maar zelf. Of niet, zoals bij een echte narcist.

Richt je dus op jezelf. Wat trok je aan, wat vulde de ander op wat je nog niet had ontwikkeld in jezelf, welk patroon was er werkzaam in jou?

Veroordeel jezelf niet, of brand jezelf niet af, door te vinden dat je dom bent geweest omdat je het niet eerder hebt gezien bijvoorbeeld. Maar blijf liefdevol en eerlijk naar jezelf.

Dan kan het contact met jezelf weer gaan groeien, en kun je autonomer worden en je veiliger voelen van binnen.

Ik eindig met een quote van Shakti Gawain. Zij was een schrijfster die veel boeken heeft geschreven over persoonlijke ontwikkeling. En ze zegt: “Elke relatie biedt de kans om te groeien en iets over jezelf te leren.”


Contact

Herken je hier iets in en wil je er graag contact over? Stuur me gerust een mailtje.

Aafke de Vries